Prikkelende visuele content helpt ook bij de start van de customer journey. Het kan publiek aantrekken dat anders wellicht aan jouw organisatie voorbij zou gaan. Pfauth geeft als voorbeeld de afbeeldingen bij artikelen op De Correspondent, waar een prikkelende foto een kijker tot lezer maakt. Binnen een culturele campagne werkt dit vrijwel hetzelfde: je kunt jezelf in beeld brengen bij bezoekers met interessante visuals, en ze vervolgens proberen te converteren op je site.
Frederike van Dorst, senior marketeer van het Stedelijk Museum Amsterdam, vertelt dat het Stedelijk samenwerking met andere partijen zoekt om de doelgroep van 18- tot 25-jarigen te bereiken. Ze weten dat hun eigen website niet is waar deze doelgroep zit en moet deze groep dus via andere kanalen bereiken. Middels beelden van online influentials op Instagram of Facebook komen de jongeren met het museum in aanraking. Deze visuele media vormen voor deze doelgroep het begin van de customer journey bij het Stedelijk.
Welke content op welk kanaal? Mix en match
Er zijn ontzettend veel digitale kanalen waarmee instellingen zich met beeld in de markt kunnen zetten. Snapchat, Facebook, Youtube en natuurlijk de eigen website. Hoe kan een culturele instelling al deze kanalen in haar voordeel gebruiken?
Onder de aanwezige sprekers begeeft enkel mediamerk VICE op Snapchat. Head of Content Perre van den Brink vertelt dat dit om een hele andere benadering vraagt dan de andere media die ze gebruiken. Snapchat is heel laagdrempelig; foto’s en video’s zijn maximaal tien seconden zichtbaar en het spreekt vooral een jong publiek aan. Voor een dergelijk platform moet dan ook andere content gecreëerd worden dan voor bijvoorbeeld een website- of Facebookcampagne. In het algemeen geldt dat je originele content moet maken, specifiek voor het kanaal dat je gebruikt, aldus Van den Brink.
Als cultuurmarketeer wil je net als journalisten een verhaal overbrengen. Pfauth raadt aan om eerst na te denken over andere vormen, voordat je met tekst aan de slag gaat. Ga als marketeer eens met een beeldredacteur zitten om te brainstormen over een nieuwe campagne. Misschien kun je een boodschap beter met video’s of foto’s in de hoofdrol overbrengen dan met een tekst waarbij afbeeldingen een bijrol spelen. Gebruik je film? Foto? Een artikel? Vervolgens kies je een kanaal om het te distribueren.
De conclusie van deze inspirerende bijeenkomst is zonder meer dat de digitale beeldcultuur volop kansen biedt. Hoe dit bij culturele instellingen kan worden toegepast zal per keer verschillen, maar het is altijd raadzaam om eerst te kijken welke vorm het beste past bij het verhaal alvorens met de marketing aan de slag te gaan.
Volgens Vruchtvlees-medeoprichter Roman Stikkelorum was de middag een succes:
“We kijken enthousiast terug op een eerste editie van High Five, waarin we samen met 5 fantastische sprekers hebben genoten van alle nieuwe ideeën en toepassingen van de hedendaagse beeldcultuur. Wat duidelijk werd is dat er nog veel kansen te pakken zijn voor cultuurmarketeers en de culturele sector. We kijken ernaar uit met deze nieuwe kennis nog meer creatieve concepten, campagnes en identiteiten te ontwikkelen. En High Five? Dat gaan we zeker vaker doen!”
Dit artikel verscheen eerder op Cultuurmarketing.